Identiteit en imago

Worden we herkent, erkent. Bieden we relevante waarde aan onze relaties. En laten we een dusdanige indruk achter dat mensen ons aanbevelen? Vraagstukken waar dagelijks in organisatie over wordt gesproken.

Bron: Birkigt, Stadler, M.M (1986), Corporate Identity, Grundlagen, Funktionen, Fallspielen.
Verlag Moderne Industrie, Landsberg an Lech.

Het model van Birkigt & Stadler bied een uitstekende houvast om in met elkaar aan het werk te gaan en beelden te delen en beleid te maken. Het model geeft in zijn essentie de relatie weer tussen de zelfpresentatie (het gewenst imago) en de gepercipieerde identiteit (imago) van een organisatie. Het model laat zien dat het imago aangejaagd wordt door de identiteit van een
organisatie. Het model schets een transmissie tussen beiden elementen.
Drie elementen (buitenste cirkel) vormen de concrete verschijningsvormen
van de dieper liggende persoonlijkheid van de organisatie. Met behulp van dit model kunnen directeuren en managers inzicht krijgen in de balans tussen de identiteit van hun organisatie en het imago dat de organisatie heeft bij de verschillende doelgroepen.

Persoonlijkheid is de driver van de ambitie van de organisatie en de manier waarop ze reageert op sensaties uit haar omgeving. De ambitie gaat over de positionering en profilering van de organisatie. Dit wil wel zeggen dat de organisatie zichzelf goed moet kennen (visie, missie, cultuur, waarden, kerncompetenties, strategie, …), wil men zich op een heldere manier kunnen presenteren. De symboliek van een organisatie wordt beschreven in termen van ‘de-stijl-van-het-huis’. Door eenheid te brengen in de visuele presentatie wordt een coherent beeld overgebracht. Communicatie beschrijft
de verbale, visuele en geschreven boodschappen van een organisatie met
de verschillende doelgroepen. Het gedrag bestaat uit het dagelijks handelen
van de organisatie. Hoe gaat de organisatie (medewerkers) om met
klanten? En met discussies? En met het nakomen van beloftes?
Een sterke organisatie-identiteit:

  • sluit aan bij de kernactiviteiten;
  • sluit aan bij de organisatie als geheel;
  • staat in lijn met de ‘roots’ van een organisatie;
  • is onderscheidend en spreekt verschillende doelgroepen aan.

Het idee dat het imago louter een fotografische afdruk is van de identiteit
is achterhaald. Het belangrijkste punt van dit denkmodel is te beseffen
dat een scherp geprofileerde identiteit wel degelijk sturing kan geven
aan het imago van een organisatie.

Contact opnemen